Over een aap en andere dieren
In mijn vorige blog, van september 2021, viel al even terloops de naam van de schilder Tethard Philipp Christian Haag (1737-1812) als degene die de pastelportretten van prins Willem V en zijn zusje Carolina door J.-E. Liotard in olieverf kopieerde. Toch is Haag niet voornamelijk bekend geworden als kopiist of portretschilder, eigenlijk was hij bij uitstek een dierenschilder.
De van oorsprong Duitse Haag bracht het grootste deel van zijn leven in Den Haag door, waar hij in dienst was van het stadhouderlijk hof, eerst bij prins Willem IV en Anna van Hannover, later bij prins Willem V. In 1756 werd hij benoemd tot hofschilder en gaf hij tekenles aan prinses Carolina en haar broertje Willem V en aan de jonge hofpages. In 1760 volgde zijn benoeming tot directeur van het stadhouderlijk schilderijenkabinet, dat toen, net als nu, gevestigd was aan het Haagse Buitenhof. Bij die functie hoorde een dienstwoning en zo woonde Haag vanaf 1774 op de eerste verdieping van het huis waar op de bovenste verdieping de schilderijengalerij was ondergebracht. Als je tegenwoordig omhooggaat naar de galerij is het soms mogelijk een blik te werpen in de vroegere woning van de hofschilder: laag van verdieping, maar licht en met een prachtig uitzicht op het Binnenhof en de Hofvijver. Als directeur van de stadhouderlijke schilderijenverzameling was Haag ook belast met aankopen en onderhoud en zo verrichtte hij restauratiewerk aan de schilderijen waar dat nodig was. Daarnaast was Haag actief in het Haagse kunstleven: vanaf 1762 was hij regelmatig bestuurslid van het Schildersgenootschap Pictura en was hij directeur van de Haagsche Teekenacademie.
Afb. 1. T.P.C. Haag, 1776
De orang oetan van prins Willem V , een appel plukkend
Doek, 174 x 110 cm
Paleis Het Loo Nationaal Museum, Apeldoorn in langdurig bruikleen van het Mauritshuis Den Haag
Een belangrijk onderdeel van zijn werk was natuurlijk het uitvoeren van opdrachten. Een van de meest spectaculaire hiervan was ongetwijfeld het portretteren van de aap uit de prinselijke menagerie (dierentuin) bij Het Kleine Loo in Voorburg. Op 29 juni 1776 kreeg Willem V een uit Borneo afkomstige vrouwtjes orang oetan cadeau. Het was het eerste exemplaar van deze soort dat levend Europa bereikte. De aap was niet alleen een bezienswaardigheid, maar ook onderwerp van wetenschappelijke studie, waarbij de vraag centraal stond of deze apensoort als voorloper van de mens te beschouwen was. In de verzorging van de aap werd dan ook extra aandacht geschonken aan haar menselijke eigenschappen.
Afb.2. T.P.C. Haag, 1776
De orang oetan van prins Willem V, aardbeien etend
Doek, 109 x 89 cm
Herzog Anton Ulrich Museum, Braunschweig
Zo kon zij uit een bekertje drinken, niet alleen water, maar ook wijn en brandewijn, at zij gekookt vlees en groente en aardbeien met slagroom! Het zal duidelijk zijn dat de orang oetan het niet lang heeft uitgehouden op dit dieet. Op 22 januari 1777 overleed zij dan ook. Maar hiermee is het verhaal niet uit, maar begint een macaber eindspel. Er barstte namelijk een ruzie los over wie het stoffelijk overschot mocht hebben. De prins had dit beloofd aan de vorstin van Gallitzin, de echtgenote van de Russische ambassadeur in Den Haag, een zeer ‘verlichte’ en in de wetenschap geïnteresseerde dame, voor wier charmes de prins niet ongevoelig was. Zij wilde het kadaver laten ontleden door de beroemde anatoom professor Petrus Camper en zo de wetenschap vooruithelpen. Maar voordat het dier naar haar kon worden overgebracht, was het al weggehaald door Aernout Vosmaer, de directeur van het prinselijke naturaliënkabinet. Deze liet de huid er af stropen en delen ervan op sterk water zetten. Dat was buiten de Russische vorstin gerekend. Na heel wat woedende brieven naar de prins, naar Vosmaer en naar haar vriend de filosoof Frans Hemsterhuis, kreeg zij haar zin en werden de resten van de aap, verpakt in een loden kist aan haar overgedragen en vervolgens naar het atelier van Petrus Camper in Friesland getransporteerd. Deze onderzocht de resten en schreef er een wetenschappelijke verhandeling over (1782).
T.P.C. Haag, 1792
De honden van prinses Wilhelmina van Pruisen, vrouw van prins Willem V
Doek, 70 x 60 cm
Paleis Het Loo Nationaal Museum, Apeldoorn (aanwinst 2009)
Hoezeer de orang oetan tot de verbeelding sprak, blijkt ook wel uit hoeveel portretten T.P.C. Haag van het dier maakte: vier schilderijen en drie tekeningen. Ook Aert Schouman tekende haar. Een van Haags schilderijen (afb. 1) hing op Het Loo als langdurig bruikleen van Het Mauritshuis in de aan prins Willem V gewijde kamer. Hier zien we de aap staan in de prinselijke menagerie, terwijl zij een appel van een boom plukt. Op de muur achter haar zit een goudfazant, op de grond een patrijs. Op de achtergrond zijn een antilope en een gazelle te zien, allemaal dieren die in de prinselijke dierentuin te zien waren. Een spectaculairder stuk (vind ik) is echter in het Herzog Anton Ulrich Museum in Braunschweig (afb. 2) en werd waarschijnlijk in 1790 door prinses Louise van Oranje meegebracht bij haar huwelijk met de erfprins van Brunswijk. Hierop zien we de orang oetan gehurkt zitten, terwijl zij met een zilveren vork aardbeien van een Chinees porseleinen bordje eet. Naast haar staat een zilveren beker, waarin waarschijnlijk (brande)wijn zit. Alle schilderijen van de aap zijn door T.P.C. Haag gesigneerd en gedateerd 1776 met daarbij de opmerking: Ad Vivum (naar het leven getekend).
Tot slot en enkel woord over Haags andere dierenschilderijen. Hij ‘portretteerde’ niet alleen dieren uit de dierentuin van Willem V, maar hij blonk bovenal uit in het schilderen van paarden. Heel bekend is de serie van negen paardenportretten (1785/’86), die hij in opdracht van de prinselijke stalmeester Otto baron van Randwijck maakte, die zich op Kasteel de Cannenburgh in Vaassen bevindt met als tiende stuk het portret van de stalmeester zelf te paard. Ook Haags ruiterportretten van prins Willem V en prinses Wilhelmina, waarvan zich eveneens exemplaren op Het Loo bevinden zijn heel bekend, te meer omdat de prinses hier, in tegenstelling tot het gangbare gebruik, niet in amazonezit rijdt, maar schrijlings als een man!
In 2009 ten slotte kon Paleis Het Loo op een veiling van het Venduehuis der Notarissen in Den Haag een schilderij van Haag uit 1792 aankopen, waarop hij de drie honden van prinses Wilhelmina heeft geportretteerd (afb. 3).
Marieke Spliethoff, oud-conservator Paleis Het Loo Nationaal Museum, december 2021